AED
In België worden elk jaar naar schatting 10.000 mensen getroffen door een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Dit gebeurt zowel op straat, thuis, op het werk, onderweg, tijdens het sporten. Indien er binnen de drie minuten geen mond-op-mondbeademing en hartmassage uitgevoerd kan worden, is de kans op overleving erg klein.
Vaak is er geen dokter of verpleegkundige in de buurt. Dit betekent dat meestal toevallige voorbijgangers, collega’s of huisgenoten op tijd moeten ingrijpen.Het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) bij het begin van de reanimatie vergroot de overlevingskans aanzienlijk. Het is vaak de enige manier om ervoor te zorgen dat de normale werking van het hart wordt hersteld.
De AED wordt door middel van elektroden met het slachtoffer verbonden. Vervolgens voert het toestel zelf een analyse uit. Het bepaalt automatisch of het nodig is om het slachtoffer elektrische schokken toe te dienen en voert deze indien nodig uit. De adviesstem in de AED legt klaar en duidelijk uit welke handelingen er stapsgewijs moeten worden uitgevoerd. Het toestel bepaalt volledig autonoom of een elektrische schok het slachtoffer kan helpen. Kan een schok niet helpen dan schokt het toestel niet. Het is dus onmogelijk om het toestel verkeerd of onnodig te gebruiken.
Tot voor kort was het gebruik van een defibrillator uitsluitend de bevoegdheid van artsen en paramedici. Maar daar is verandering in gekomen. Het federale parlement heeft immers een wet goedgekeurd die ook anderen toelaat een defibrillator te bedienen in een situatie van hartfalen. Sinds de publicatie van de uitvoeringsbesluiten in het Belgisch Staatsblad op 18 mei ‘07 mogen ook leken het toestel gebruiken.